Het Christuskind
Een Kerstgedicht, door Ernest Holmes
​
Diep in slaap in het hart van Kosmische Liefde
lag het Christuskind.
Ongeboren…Universeel…Potentieel…
En de grote Moeder Ziel
haar ongeboren kind behoedend,
baarde het in de stilte van haar Universele Natuur,
als deel van haar eigen wezen.
Geboren in tijd en ervaring,
onopgemerkt, ongezien,
maar toch vol leven en bewustzijn,
nam het Christus Kind de vorm aan
van een menselijke gestalte
van een man of een vrouw
maar zonder enig teken te geven
van zijn aanwezigheid.
Afwachtend, met uiterst geduld en liefde,
op zijn onthulling
en de proclamatie van een koninkrijk van vrede
Vele eeuwen gleden voorbij en verdwenen,
In het lange gisteren van de tijd
en nog steeds wachtte het Christuskind.
Rijken verschenen en verdwenen
zwoegen, honger, ziekten en nood
honger, koude, hitte en dorst,
oorlog, haat, bloed en puin
en steeds bleef het zaad van Perfectie
ongeopenbaard…
Maar de Universele Heelheid
kan niet voor altijd onderworpen blijven
Noch kan Kosmische Liefde weerhouden worden
van een menselijke vorm
Dat wat geschonken is, moet worden geopenbaard
Het zaad van perfectie moet openbarsten
De loten van de hemelse aanplant
moeten de koorden die binden verbreken
Het menselijk ras aanwakkerend tot Goddelijke gloed
En zo kwam de lang verwachte dag…
Een stem vanuit de stilte sprak:
“Dit is mijn geliefde Zoon!
Laat de aarde stil zijn in zijn aanwezigheid!
Laat de dieren des veld’s…de vogels in de lucht
en alle levende schepselen, stil zijn…
Laat de hemelse heerscharen lofzangen zingen
en laat het diepste het uitschreeuwen
naar het hoogste!”
Toen sprak het kind:
“Ik ben gekomen om vrede te brengen
Ik ben het kind van vreugde
en aan allen die dat wensen, geef ik leven.
Ik ben geschapen uit blijdschap.
Ik ben gekomen uit de eeuwige stilte.
Rust en vertrouwen behoren aan mij.
In het hart van de vader, heb ik altijd geleefd…
Oh gij naties en mensen!
Kijk naar mij en wordt gered
Zie mijn gelaat, schijnend als de zon
en mijn voeten gehuld in rechtvaardigheid.
In mijn linkerhand zijn rijkdom en eer
en in mijn rechter, vrede voor eeuwig.
Al wat ik ben, al wat ik heb
schenk ik u!”